Grote Adelaar. Klik op de foto om terug te keren naar het feiten overzicht

StarOpperhoofd Grote Adelaar

EERST IN DE KRANT, NU IN EEN BOEK

krantenartikelIn 1993 maakte journalist Rob Ruggenberg een reis langs tien voormalige Nederlandse koloniën.
 
Hij kwam ook in Amerika en bezocht New York en Long Island (het Lange Eiland). Hij dook diep in de geschiedenis van Nieuw-Nederland en vergeleken die met de huidige situatie.
 
En hij ontmoette bijzondere mensen, zoals Grote Adelaar (foto boven) en zijn dochter Waupatukway, en het zwarte en blinde indianenopperhoofd Eenzame Otter wiens betovergrootvader een Nederlander was, en zijn vrouw (foto rechts).
 
Hieronder staat zijn reportage, die toen in veel kranten werd afgedrukt.
 
Als je het stuk leest, vind je daarin namen en gebeurtenissen die nu in Robs boek Manhatan terugkomen!
 

Gele scheidingslijn

"Was ik maar indiaan"

Door Rob Ruggenberg. Foto's Piet den Blanken

Amerika: hoe kunnen arme indianen van het ene op het andere moment miljonair worden? Waarom zoeken blanken erkenning als indiaan? Waar komen die zwarte indianen ineens vandaan? Wat is er toch aan de hand met die Noord-Amerikaanse indianen-stammen die vier eeuwen geleden als eersten met ons in aanraking kwamen?

Omdat de archieven van de West-Indische Compagnie voor het grootste deel als oud papier zijn verkocht, valt er voor historici weinig eer te behalen aan de studie van de Nederlandse kolonisatie van Noord-Amerika.

Onze kennis daarover beperkt zich dan ook meestal tot die zonderlinge tekst op het pakje van een bekend merk Amerikaanse sigaretten: Stuyvesant (1592-1672) the man who founded New York in 1653.

Voor Amerikanen is dat natuurlijk al zo lang geleden dat ze hier de kluts een beetje kwijtraken. Petrus Stuyvesant werd niet in 1592, maar pas in 1610 geboren. En niet hij was het, maar de Nederlander Peter Minnewit die reeds in juli 1625 het eiland Manhatan voor een paar kisten spijkers, potten en pannen ter waarde van zestig gulden van de Canarsie indianen kocht, en de hoofdstad Nieu Amsterdam noemde.

En pas in 1664, nadat Stuyvesant deze stad na enig tegenstribbelen aan de Engelsen had overgegeven (de Nederlandse kolonisten en handelaren hadden dat al veel eerder willen doen, want ze waren de bemoeizucht van Stuyvesant en de monopoliedwang van de West-Indische Compagnie meer dan zat), doopten de overwinnaars haar om tot New York. Dit ter ere van de man die hun salaris betaalde, de hertog van York.

Nieuw-Nederland

Door het verloren gaan van de WIC-archieven weet ook vrijwel niemand meer dat het gebied, dat reeds vanaf 1609 door Nederlanders werd bewoond en bestuurd, veel groter was dan alleen Manhattan. Nieuw-Nederland, zoals onze kolonie toen heette, strekte zich uit van de Connecticut-rivier in het noorden tot de Delaware-rivier in het zuiden.

Wie nu door dat enorme gebied trekt, moet door vijf staten met 45 miljoen inwoners heen: Delaware, Pennsylvania, New York, New Jersey en Connecticut.

Charles Gehring"Toen de Nederlanders deze kolonie in 1664 aan de Engelsen overdroegen, woonden er tienduizend mensen", vertelt historicus Charles Gehring (foto rechts). Hij is directeur van het New Netherlands Project in Albany.

Als wij opmerken dat wij dit aantal erg laag vinden, zegt Gehring dat hij de wilden niet meetelt. "Dat is niet gebruikelijk. Wij tellen alleen de christenen."

Gehring, een 53-jarige Amerikaan, geldt in de VS als de absolute Nederland-expert. Hij heeft onze taal geleerd door Nederlandse 17de-eeuwse documenten te bestuderen en die te vertalen. Daarom is zijn taalgebruik wat archaïsch: als hij het over wilden heeft, bedoelt hij indianen.

Nadat Gehring er even over heeft nagedacht, zegt hij dat hij in zijn optelsom ook de zwarte slaven buiten beschouwing heeft gelaten, die de Nederlanders hier vanaf 1626 importeerden.

Er is in Amerika in die eeuwen dus weinig veranderd: als het om mensen gaat, tellen roodhuiden en zwarten nog steeds niet mee.

Massamoord

Wie zich afvraagt waarom Nieuw-Amsterdam zo snel uitgroeide tot een flinke stad, kan terecht bij de memoires van de Hoornse koopman David Pieterszoon de Vries. Deze beschrijft een nachtelijke massamoord van de Nederlanders op een indianenstam die als gevolg van een stammenoorlog naar Manhatan waren gevlucht. Mannen, vrouwen en kinderen werden op beestachtige wijze afgeslacht, zuigelingen werden in stukken gehakt en in het vuur of in de rivier gesmeten.

Dagenlang nog maakten de Nederlanders jacht op de vluchtende indianen. De Vries zag de gewonden voorbijstrompelden. Dat was een vreselijk gezicht, schreef hij, "zijnde sommige handen en sommige beenen afgekapt, eenige droegen hare dermen inde armen, andere hadden sulcke afgrijselijcke houwen, kerven, mincken, dat diergelijken niet erger ooit kan geschied zijn."

De gevolgen bleven niet uit. Wraaklustige indianen trokken plunderend en moordend door Nieuw-Nederland. De jonge vestigingen werden vernield; de kolonisten vluchtten massaal naar het stadje Nieuw-Amsterdam, dat hierdoor groeide als kool.

Gereformeerd

Als we nu door het vroegere Nieuw-Nederland rijden, waar stadjes liggen als Rotterdam, Amsterdam, Middleburgh, Nassau, Oranje, Kinderhook, Watervliet, Leyden, DeRuyter, Barneveld en Guilderland, vallen een paar dingen op: de gebieden zijn overwegend rijk en blank en het stikt er van de gereformeerde kerken (pas in 1867 verdween de aanduiding 'Dutch' bij de Dutch Reformed Church).

Er is nog iets opmerkelijks: het lijkt hier wel koninginnedag, zo veel roodwitblauwe vlaggen als er wapperen. Ook die kleuren zijn een erfenis uit de Nederlandse tijd. Hamburgertenten en makelaars gebruiken de vlag nu graag om aandacht te trekken. In het midden van de vlag, op het wit, staat dan bijvoorbeeld met vette letters: For Sale. Dit commerciële vlagvertoon is gezien onze geschiedenis en handelsfaam niet onlogisch.

Maar tussen die stadjes in, waar kleine groepjes indianen hun reservaten hebben, zitten de zaken wat minder vanzelfsprekend in elkaar.

Oudste

Tegenstelling nummer 1 : Midden tussen de schitterende witte villa's van Trumbell, op slechts enkele tientallen kilometers van New York, resideert opperhoofd Grote Adelaar van de Paugessett-stam in het oudste officiële indianenreservaat van de Verenigde Staten.

Grote AdelaarWe wandelen er in drie minuten doorheen. "Dit is helaas ook het kleinste indianenreservaat van de VS", legt hij uit. Het is zo groot als een half voetbalveld.

Grote Adelaar (foto rechts) is arm en woont, samen met zijn vrouw en zijn dochter Waupatukway, in een grote blokhut.

Binnen hangen jachttrofeeën en als aandenken aan het Nederlands verleden staat er een Delftsblauw molentje. Tot ver in de 18de eeuw dreef zijn stam handel met de Nederlanders.

In een hoekje staan trommels. Het opperhoofd trommelt daar graag op, vooral tijdens traditionele indianen-ceremonies in zijn tuin. Dat hij hierdoor met zijn rijke, blanke buren en met het stadsbestuur overhoop ligt, kan hem niets schelen.

Integendeel, Grote Adelaar heeft tegen hen bij de rechtbank een claim ingediend wegens landdiefstal (in 1802), ter waarde van 750 miljoen dollar.

"Ik neem ook genoegen met 250 miljoen dollar en 400 hectaren bos", zegt hij goedmoedig en streelt het konijn dat hij liefdevol in de armen houdt.

Dankzij de hulp van een Nederlandse antropoloog liggen zijn kansen goed; deze vond in een stoffig stadsarchief de bewijzen dat die landtransactie van 1802 frauduleus tot stand is gekomen. Met dergelijke bewijsstukken hebben rechters elders in de VS soortgelijke aanspraken al toegewezen.

Gevreesd

Tegenstelling nummer 2 : Enkele tientallen kilometers oostelijker ligt een reservaat van de Pequot-indianen. Dat waren gevreesde krijgers, totdat de Engelsen in 1637 vrijwel alle mannen, vrouwen en kinderen in één uur tijd uitmoordden en het schamele restant van de stam richting Nieuw-Nederland joegen.

Pequot casinoDe 250 noodlijdende Pequots die nog over waren, hebben twee jaar geleden in hun reservaat een casino opgericht, dat nu dagelijks door gemiddeld vijftienduizend gokkers (meest blanken) wordt bezocht (foto rechts).

"Wij houden ons exacte winstcijfer geheim", zegt adjunct-directeur John Holder, "maar u mag wel weten dat we vorig jaar flink boven de prognose van 100 miljoen dollar zaten."

Omdat een erkend indianenreservaat een soort buitenlands gebied is, hoeven de Pequots daar geen cent belasting over af te dragen.

Holder legt uit dat in oktober 1988 een federale wet werd aangenomen die indianen het recht geeft in erkende reservaten spelen te organiseren. Die wet was bedoeld om de indianen de kans te geven zelf enig inkomen te vergaren, zodat ze niet langer de hand bij de staat hoefden op te houden.

"De regering heeft nooit gedacht dat die wet tot zoiets gigantisch als dit zou leiden", zegt Holder met een glimlach.

Maleisië

Nadat de wet van kracht was geworden kregen de Pequots advies van gokspecialisten uit Las Vegas. "Die zeiden: 'Als je met een casino begint, doe het dan gelijk goed.' En die adviseurs kwamen ook met financiers aanzetten: bankiers uit Maleisië. Daar zijn we mee in zee gegaan, tot wederzijds profijt, kan ik wel zeggen, hahaha."

gokkenWe lopen met Holder door het casino. Duizenden slotmachines, vijf soorten poker, drie soorten roulette, paardenrennen, computerspelen alles wat de duivel bedacht heeft om mee te gokken gebeurt hier (foto rechts).

Honderden blanke jonge vrouwen, verkleed als squaws, met franjes aan korte rokjes, delen gratis whiskey en cola uit.

Het casino is 24 uur per dag in bedrijf. Buiten staan grote parkeerterreinen propvol auto's. De aanvoerwegen zitten hopeloos verstopt.

Nooit een gokje

Holder is in donkerblauw kostuum gestoken, maar om misverstanden te voorkomen zegt hij nadrukelijk dat hij een echte Pequot is. Alle stamleden hebben nu een baan, een huis en een auto, vertelt hij.

Nee, zelf waagt hij nooit een gokje. "Ik kan mijn geld wel beter besteden."

Om hun casino te runnen hebben de Pequots nu al vierduizend werknemers in dienst en dat aantal groeit nog dit jaar naar zesduizend, want de indianen investeren hun winst voornamelijk in nieuwe vermaaksmogelijkheden.

Zo zijn er in het reservaat nu drie superluxe hotels met elfhonderd bedden in aanbouw, plus drie schouwburgen, een congreshal en een golfterrein. Daar komt nóg een casino bij, waarna dit indianen-reservaat het grootste gokpaleis van heel Amerika zal zijn.

Om nog meer spelers aan te voeren wordt een monorailverbinding met de dichtstbijzijnde stad aangelegd en bovendien wordt deze zomer een nonstop helikopter-verbinding met New York geopend.

De Pequots zijn niet de enigen die de mogelijkheden van de nieuwe wet uitbuiten. In totaal staan er nu al vijftig casino's en honderdvijftig bingohallen in Noord-Amerikaanse indianen-reservaten. Elke maand komen er een paar bij.

Antropoloog

"Nu stropen de indianen eindelijk de blanken eens het vel over de oren", grinnikt de Limburgse psycholoog en cultureel antropoloog dr. Franz Wojciechovski, die indianenstammen helpt bij het verzamelen van bewijsmateriaal voor hun landclaims.

Wojciechovski komt, uit pure hobby en belangstelling, al vele jaren bij indianenstammen over de vloer. Tien jaar geleden leerden de kinderen van deze indianen op school nog dat ze uitgestorven waren. Zijn publikaties hebben daar verandering in gebracht en hebben bovendien de Indiaanse kansen op grondteruggave vergroot.

Sterker nog: door deze nieuwe rooskleurige vooruitzichten zijn nu ineens ook blanken wakker geworden die zich plotseling Indiaanse voorouders herinneren. "Was ik maar Indiaan", schijnt een gedachte te zijn, die vooral bij arme Amerikanen steeds vaker opkomt. Het regent aanvragen om erkenning.

Zwart

Tegenstelling nummer 3 : Aan de zuidkust van Long Island, het lustoord voor New-Yorkers, ligt het twee hectaren kleine reservaat van de Unkechaug. Het is er propvol: er wonen 300 families. Deze indianen spraken in 1740 nog steeds Nederlands, zo noteerden missionarissen die in dat jaar de stam bezochten.

zwart indianenmeisjeHet huidige reservaat lijkt nog het meest op een vervuild woonwagen-kamp. Veel Unkechaug wonen in een caravan. En ook in een ander opzicht beantwoorden ze niet aan het stereotype beeld van de roodhuid: ze zijn namelijk zwart (foto rechts)

In vorige eeuwen stonden de Unkechaug voor de keus uit te sterven of met negers te trouwen. Een alternatief was er niet: blanken dáchten er niet aan om met een indiaan(se) in het huwelijk te treden.

Alleen opperhoofd Eenzame Otter heeft een Nederlandse betover-grootvader. Die verkrachtte zijn betover-grootmoeder, vertelt hij.

Eenzame Otter oogt dus wat lichter dat zijn stamgenoten. Zelf ziet hij dat verschil niet: hij is blind.

Ook Eenzame Otter heeft eens overwogen een casino in zijn reservaat neer te zetten. Hij kreeg bezoek van een groep buitenlanders die hem een uitgewerkt plan voorlegden.

Ze hadden precies uitgezocht hoe ze daarvoor het legitieme recht op zelfbestuur voor de indianen en hun belastingvrijdom konden gebruiken. "Het enige dat ik hoefde te doen was toestemming geven. Daarna zou elk stamlid gegarandeerd 1.500 dollar per week incasseren."

Blokkade

Voordat hij zijn handtekening zette, belde Eenzame Otter toch eerst eventjes met het bestuur van de staat New York. "Daar zeiden ze: 'U kunt dat inderdaad doen, we kunnen u niet tegenhouden. Maar we kunnen wel alle wegen naar uw reservaat afzetten en een blokkade voor uw haventje leggen.'" Toen heeft Eenzame Otter er maar vanafgezien.

Later, zegt het opperhoofd, zijn die buitenlanders naar de Pequots gegaan. Het Pequot-reservaat ligt aan de overkant van de Long Island Baai, in de staat Connecticut, en het bestuur van die staat stond een stuk positiever tegenover het idee.

Gelukkig heeft Eenzame Otter nog een andere pijl op zijn boog. Ook de Unkachaug hebben — alweer met de hulp van dr. Wojciechovski — bij een rechtbank een claim ingediend wegens landdiefstal. Hun gaat het om 1.300 hectaren grond waarvan Eenzame Otter zegt te kunnen bewijzen dat die rechtens aan zijn stam toebehoort.

Op die grond is inmiddels de stad Mastic gebouwd. Daar wonen veel rijke blanken. Die zijn niet blij met de rechtszaak.

"De kansen van de Unkechaug om de zaak te winnen liggen prima", zegt Eenzame Otter. Advocaten staan in de rij om de zaak te mogen doen. Maar de blanken van Mastic hoeven niet bang te zijn dat hij ze hun huizen zal afnemen. "Het enige dat ik eigenlijk wil is indruk maken, aanspraak maken op respect. Ik ben het moe om gekleineerd te worden."

Oud vuil

"Mijn moeder", vertelt Eenzame Otter, "schrobde in Mastic bij die bleekscheten de vloeren voor 25 cent per uur. We waren doodarm en ze behandelden ons als oud vuil. Ze wilden ons er niet eens op school hebben. Banen kregen we niet. Het was dus niet zo raar dat mijn stamgenoten precies werden zoals die blanken ons zagen: diefachtige dronkelappen die nooit werkten."

Als de Unkechaug de zaak winnen, weet het opperhoofd al precies wat hij met het geld gaat doen: hij wil hier weg, zo gauw en zo ver als maar mogelijk is. "Omdat wij zo aan de zelfkant leven, is zeker driekwart van onze stam verslaafd geraakt aan drugs. Het is hier een puur maffiaoord geworden; je bent je leven niet meer zeker."

Omdat indianen wettelijk eigen baas zijn binnen hun reservaat, heeft de Amerikaanse politie er geen toegang. "Misdadigers en verslaafden, blank, zwart en bruin, rijden af en aan. Je kunt hier alles onbeperkt krijgen: cocaïne, heroïne, vrouwen", zucht Eenzame Otter.

Het reservaat is twee hectaren groot. We lopen er nog geen twee minuten nieuwsgierig rond of er stopt al een auto met daarin enkele boos ogende zwarte indianen. Ze informeren dreigend of we misschien problemen hebben of zoeken?

We begrijpen de hint en vertrekken.


Gele scheidingslijn

WaupatukwayTerugkeer, 15 jaar later...

Op 4 april 2009 ging Rob Ruggenberg terug naar het indianen-reservaat Golden Hill om aan Waupatukway (de dochter van opperhoofd Grote Adelaar) het eerste exemplaar aan te bieden van Manhatan. Dat werd een ontroerende gebeurtenis.

Klik hier voor een kort verslag en foto's.

Gele scheidingslijn

Meer weten?

Gele stip Wil je meer weten? Bestudeer zelf de bronnen (boeken en artikelen), die schrijver Rob Ruggenberg over dit onderwerp heeft gelezen.

Gele stip MEER FEITEN :  Peyes wereld  |  Waupatukways wereld  |  Manuels wereld  |  Nieuw-Amsterdam  |  Manha(t)tan  |  New York  |  Kiefts oorlog  |  Het houten paerd  |  Bijbel en sodomie  |  Doodstraf  |  Verloren taal  |  Nederlandse woorden  |  Oude foto's indianen  | 

Gele scheidingslijn

Terug naar het feiten overzicht.